Natuurverzamelingen zijn vaak ontstaan uit ‘rariteitenkabinetten’: kasten vol bijzondere spullen uit verre landen. Deze waren heel populair van de 16e tot de 18 eeuw, de periode waarin de Hollanders over de hele wereld voeren en spullen meebrachten vanuit verre streken.
Het rariteitenkabinet was in die tijd een soort statussymbool, mensen vergaapten zich aan de onbekende spullen. Nu bekijk je op je telefoon een giraf of vogelbekdier, in 1600 wisten mensen helemaal niet dat die dieren bestonden. De kabinetten waren een magisch venster op een onbekende wereld.
Tot de 18e eeuw zat er vaak weinig systeem in de verzamelingen, maar gaandeweg kregen de verzamelingen steeds vaker het doel om meer kennis over de natuur te krijgen.
Inmiddels vinden we het welzijn van dieren belangrijker dan ons verlangen naar kennis en vermaak. Bestaande natuurverzamelingen blijven wel belangrijk voor het vergroten van onze kennis over de natuur. En wie weet hoe die natuurverzamelingen ons in de toekomst nog van pas gaan komen.