het verdronken land van Saeftinghe
Met 3600 ha het grootste brakwaterschor van Europa. Het schor ligt oostelijk in de Westerschelde, in een gebied dat het grootste getijdeverschil kent van Nederland. Het water staat bij hoogwater bijna 5 meter hoger dan bij laagwater! Twee keer per dag stromen de geulen en lage delen van het schor vol met het brakke water van de Schelde. Alleen bij springtij loopt het helemaal onder.
De grote geulen vormen een kraamkamer voor allerlei vissen, zoals de harder en de zeebaars. Ook is het gebied van groot belang voor broedvogels en trekvogels. In dit gebied broeden vele duizenden vogels, waaronder bijzondere soorten zoals de blauwborst en de gele kwikstaart.
de Zwaakse Weel
Een restant van de vroegere getijdekreek ‘de Zwake’ en mondt uit in de Westerschelde. Deze kreek ligt ten zuiden van Goes en scheidde vroeger het eiland Borssele van het eiland Zuid-Beveland. Halverwege de 15e eeuw werd de Zwake afgedamd en verloor zijn functie als vaarwater. De geleidelijke inpoldering van het gebied heeft geleid tot een gebied met veel verschillende dijken en boerderijen. De Zwaakse Weel trekt veel vogels zoals de steenuil, de ijsvogel en vele soorten eenden en ganzen. De bloemendijken rondom de kreek zijn vaak beplant met populieren. Her en der zijn op de dijken nog zogeheten ‘grenslindes’ te vinden. Dit zijn bomen van vele honderden jaren oud, die een oude eigendomsgrens of sluitgat markeren.
de Manteling
Een natuurgebied met een eeuwenoude historie op de rand van land en zee. Door samenspel van zand, wind en pioniersplanten als biestarwegras en helm is langzaam een duinenrij ontstaan. Uniek zijn de door de zoute wind gevormde eikenbomen, van maar 50 cm tot 1 meter hoog! Bijna nergens anders in Europa groeien loofbomen zo dicht op de kust. In dit gebied hoor je tegelijk een nachtegaal zingen en een zilvermeeuw krijsen. Het bos beschermt het noordwesten van Walcheren als mantel tegen de zeewind.